Als SITE geloven we in de kracht van de PLEK. Door kleur te bekennen werken we aan een aantrekkelijke stad die inspireert, maar lopen daarbij niet weg voor impopulaire keuzes. Ongebruikelijke thema’s als ‘de stad doet pijn’ of ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ helpen om een fundamenteel gesprek te voeren met iedereen die de stad maakt. Een discours met Oedsen Boersma en Jonathan de Veen.
Opinie
De stad doet pijn interview
SITE bestaat 12 jaar en is continu onderhevig aan zelfreflectie. Juist in tijden dat het wat meer schuurt zijn we in staat om onszelf te herontdekken. Door op een andere manier bezig te zijn met vraagstukken in de stad, maar ook door meer agenderend te zijn. Dat wordt meestal niet direct aan SITE gevraagd, maar zorgt wel voor een ander gesprek. De veelheid van opgaven en de verschillende perspectieven helpen ons om grotere verbanden te zien die betekenisvol zijn voor de toekomst van de stad. We schromen daarbij niet om ongebruikelijke onderwerpen te kantelen en bespreekbaar te maken.
Inside out
We worden in ons werk meestal gevraagd een antwoord, een oplossing of een doorbraak te forceren in een relatief kort tijdsbestek. Onze onderzoekende aard is nodig om tot deze antwoorden te komen. We laten ons graag inspireren en staan open voor nieuwe geluiden. Binnen het team praten we met passie over onderwerpen die de maatschappij raken. Veel daarvan blijft binnenskamers of wordt vertaald in een visie op papier. Zonde eigenlijk. Als meer mensen onderdeel worden van het gesprek, kunnen we meer impact maken. Door ons op een andere manier te openen, kunnen we meer uit ruimtelijke opgaven halen én andersoortige vraagstukken aansnijden.
De stad doet pijn
Zo’n vraagstuk is bijvoorbeeld ‘De stad doet pijn’. Iedere stad kent tegenstellingen, paradoxen, energie. Dat is de pijn die je ook moet durven zien en voelen. Wij vinden dat iedere plek het verdient om meer van zichzelf te houden. Dat vraagt om verandering. En dat gaat niet alleen over stedenbouw en planologie. Er liggen lagen overheen die samenleving en maatschappelijke relevantie heten. Met mensen die de plek maken. Keuzes en afwegingen maken doet pijn en is moeilijk. We moeten leren koesteren; het lelijke, de onafheid, de grilligheden van de samenleving en de tegenstellingen. Dat maakt de stad juist mooi en spannend. Door daar oog voor te hebben, halen we meer energie uit de plek.
Verlangen ontlokken
Hoe? Door een poging te doen om de mechanismen van ‘de stad doet pijn’ te tonen. In de stad zijn veel verdeelde belangen. Er is vaak weinig oog voor wat er op lokaal niveau speelt. Wij denken vanuit een ander perspectief: verlangen ontlokken vanuit alle lagen in de samenleving. Vanuit het gedeelde verlangen wakkeren we verandering aan. Door kansen bloot te leggen, zorgen we dat mensen elkaar begrijpen. Uiteindelijk leidt dat tot een proces waarbij partijen dichter tot elkaar komen en zicht krijgen op iets wat ze eerder niet zagen. Deze ‘ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ manier van denken passen we steeds vaker toe in onze projecten. Bijvoorbeeld in het Stadspark van Apeldoorn, de Nieuwe Jaarbeurs in Utrecht en al die plekken bij stations, kantoorparken, verstopte bedrijventerreinen waar een nieuw stad valt te ontdekken.
Nieuwe waardestromen
Een gegeven is dat veel partijen een korte termijn focus hebben, hoe graag ze dat ook anders zouden willen. Natuurlijk; er gebeurt dan tenminste iets. Maar de stad kan helaas niet met een korte klap gered worden. We moeten de lange termijn waardecreatie en aantrekkelijkheid bewaken. Daar continu oog voor hebben, is ingewikkeld en weerbarstig. Dan heb je het over de stad als exploitatiemodel. Met een lange termijn scope en met échte samenwerking tussen publieke en private partijen. Er ontstaan nieuwe mogelijkheden als je anders naar de exploitatie van de stad kijkt. We zien dat een combinatie van mobiliteit, energie en flexibele programmering nieuwe waardestromen oplevert, waar je ook in kunt beleggen en ontwikkelen. Dat is een heel ander soort spel. Partijen maken daar stappen in en wij zorgen dat het in de volgende versnelling terecht komt.
Lenigheid
Een andere exploitatie vraagt om meer lenigheid in de stad, in de wijk en in huis. Dat is de enige manier om aan verschillende behoeftes te kunnen voldoen. Een huis is niet alleen een huis, maar ook een werkplek. Dat is niet de enige werkplek, je moet ook naar kantoor kunnen. Dat kantoor is er niet alleen om te werken, maar juist ook om elkaar te ontmoeten. Een winkel is niet alleen functioneel, maar vooral een showroom met beleving. Het drie of misschien zelfs vier dubbelgebruik van plekken is de grote verandering. Met die lenigheid heeft de vastgoedsector het moeilijk. De druk om écht integraal en met meer samenhang plekken en gebouwen te gebruiken wordt steeds groter. Maar flexibel programmeren en organisch ontwikkelen wordt door verkokering steeds ingewikkelder. Dat vraagt ook van ons om een ander perspectief.
Geef de plek een verhaal
Alleen al jezelf dit soort vragen stellen is goed. Iets adresseren en neerzetten levert een ander verhaal en ander concept op. Normen wijzigen, omdat je anders naar de opgave kijkt. Maar is er wel tijd om te durven agenderen? Natuurlijk moeten we door. ‘Doe maar simpel’ bestaat niet. Anderzijds leidt jezelf opjutten tot verkramping. We zoeken naar de mogelijkheid om adaptief en creatief te zijn. Naar mogelijkheden om het moeten en het kunnen in balans te krijgen. Dat doen we door de plek een verhaal te geven. Een goed verhaal kan uiteindelijk voor een omkering zorgen. Het brengt mensen bij elkaar, leert ze anders naar de plek te kijken en het trekt nieuwe mensen met een ander blikveld aan. Het zijn interessante vraagstukken waar we ons graag mee bezig houden. Als het verhaal zichzelf doorvertelt, ontstaat er echt verandering. Dat is waar we het voor doen.